Afsluiting van de traanpunten
Afsluiting van de traanpunten heet voluit Atresia Puncta Lacrimalis:
Hierbij zijn de traanafvoerpuntjes afgesloten of ontbreken helemaal zodat het traanvocht niet via de natuurlijke weg afgevoerd kan worden. Normaal gaat dit via de traanafvoerbuisjes naar de neus; uiteindelijk wordt het traanvocht doorgeslikt.
Het gevolg van een afsluiting is dat het traanvocht zich in de binnenste ooghoek ophoopt en daar over de rand van het onderste ooglid overloopt. Zo ontstaat een donkere, bruin verkleurde traanstreep.
Honden die aan deze afwijking lijden, kunnen eraan geopereerd worden. Daarbij wordt onder algehele narcose geprobeerd om in de binnenste ooghoek een nieuw gaatje aan te brengen zodat het traanvocht alsnog afgevoerd kan worden.
Meestal brengt de dierenarts een slangetje aan dat ervoor moet zorgen dat het gaatje gedurende de eerste weken open blijft en ook daarna niet meer dichtgroeit.
Afsluiting v.d. traanpunten is waarschijnlijk een meervoudig overervende afwijking. Hierbij spelen verschillende erfelijke factoren en mogelijk ook bepaalde uitwendige onstandigheden een rol.
Daardoor is moeilijk aan te geven volgens welk patroon deze afwijking vererft. Het verdient daarom aanbeveling om lijders aan atresia puncta lacrimalis niet voor de fokkerij te gebruiken.